“Ik ben veroordeeld tot boekhouders”
Ed de Vlam, 12,5 jaar directeur van NOAB, over de bijzondere relatie met z’n achterban.
Ed de Vlam jubileert. 1 september is hij 12,5 jaar directeur van eerst NVAK en later NOAB. Hij is de man die aan de wieg stond van de fusie tussen NVAK, NVGA en NIVAK. Hij praat in een openhartig interview met Activa over de beginjaren (“het was pionieren”), zijn grootste succes (“we hebben deze branche op de kaart gezet”) en zijn zwakte (“ik ben een slechte netwerker”). Ed de Vlam vertelt ook hoe hij al zijn hele leven wordt omringd door boekhouders, terwijl hij zelf van boekhouden geen kaas gegeten heeft. Eigenlijk heeft hij een haatliefde verhouding met de mensen wier belangen hij behartigt. Ed de Vlam vindt boekhouders in de regel weinig creatieve mensen, een eigenschap die hem extra hindert als ze zitting nemen in het NOAB-bestuur. Want met bestuursleden heeft de Einzelgänger uit Den Bosch de afgelopen jaren vaak grote moeite gehad. “Maar alles is goed gekomen”, meent hij. “NOAB ligt op koers richting een modern, productgericht bedrijf”, stelt Ed de Vlam tevreden vast. “Nou die accountantsverklaringen nog.”
“Ik ben non-conformistisch. Pas niet zo goed in het plaatje. Heb niet altijd zin om me op tijd netjes te scheren. Eigenwijs was ik al toen ik zestien was. Lange haren en zo. Niet dat m’n ouders daar moeite mee hadden. Maar in het dorp waar ik opgroeide, werd er wel schande van gesproken. Ik verzette me tegen het kapitalisme. Ben eigenlijk altijd een salonsocialist gebleven.” Lachend: “Links lullen, rechts vullen. Ik stem D66, het veilige midden. Aan echt rechtse mensen heb ik een hekel.”
Ed de Vlam, jaargang 1957, studeerde rechten omdat hij niet wist wat hij wilde worden. Min of meer toevallig werd hij directeur van NVAK en later NOAB. In de begindagen van NOAB kwam z’n ondernemersafkomst en zijn eigen ondernemersgeest goed van pas. In korte tijd werkte hij een schuld van tonnen weg.
Je kunt niet alleen van contributies leven
Hij blikt terug: “Voor de fusie werden de NVGA en NIVAK slecht geleid. Dat bleek ook bij de fusie: er was schuld. De NVAK had geen tekorten, maar ook geen eigen vermogen. Het was een moeilijke start. We zijn die financiële problemen snel te boven gekomen. Het waren tropenjaren, maar het was leuk. Ja, m’n afkomst heeft geholpen. Mijn vader was ondernemer, het was me niet vreemd om met dat bijltje te hakken. Uit het niets geld creëren. Je kunt niet alleen van de contributies leven. We gingen al snel eigen producten aanbieden en dat liep goed. Eigenlijk werken we nog zo. Het is een succesfactor geweest dat we als eerste brancheorganisatie kozen voor een bedrijfsmatige aanpak, die overigens uit nood geboren was.”
Ed de Vlam en boekhouders, het is een verhaal apart. Zijn boezemvriend is een boekhouder. Zijn eerste vrouw zat in de boekhouding, zijn relatie daarna was boekhoudster en zijn huidige vrouw heeft er talent voor.
“Op de een of andere manier ben ik veroordeeld tot boekhouders. Waar dat aan ligt, weet ik niet. Boekhouden ligt me helemaal niet. Ik heb me al vaak afgevraagd wat me zo trekt in boekhouders. Ik vind ze over het algemeen geen creatieve denkers. Dat ligt ook aan het vak. Het moet gewoon links en rechts kloppen en verder geen flauwekul. Die eigenschap vind ik wel eens moeilijk om mee te werken, maar over het algemeen kan ik goed met ze omgaan.”
Dat blijkt, want hij komt al 12,5 jaar met hart en ziel op voor hun belangen.
Waarom al zo lang? En hoe lang nog?
Ed moet het antwoord schuldig blijven. “Vaak denk ik: waarom ben ik hier nog? En dan gebeurt er altijd weer iets waardoor ik denk: verrek, leuk, een nieuw project. Dat wil je dan toch afmaken en blijf je dus weer hangen.”
“We hebben de branche een eigen identiteit bezorgd”
Wat hij aldus bereikt heeft? Hij aarzelt geen moment: “Een eigen identiteit voor onze branche, een stuk zelfbewustzijn. Voorheen telden we niet mee, hadden we dat beunhazenimago. Nu staan we op de kaart. Dat heeft z’n weerslag in het succes van de kantoren.”
Met die kantoren gaat het crescendo, zonder dat Ed de Vlam veel lobbiet of z’n gezicht laat zien. “Een slecht netwerker”, luidt de zelfanalyse. “M’n zwakste punt. Ik kan scherp uit de hoek komen. Dat wordt niet altijd op prijs gesteld. Als netwerker moet je gezellig kletsen, stroop om de mond smeren. Dat lukt mij absoluut niet. Collega’s van andere organisaties spreken me wel eens aan. Dan zeggen ze dat ik het helemaal verkeerd doe. Dat het not done is om collega’s aan te vallen. Het zal mij een zorg zijn.”
Een oprecht verbaasde blik: “Noemen mensen mij een perfectionist? Weet ik niet. Ik word er voor betaald om te zorgen dat dingen goed lopen, dat agendastukken niet van tafel geveegd worden. Als ik me daar geen zorgen over maak, moet ik een andere baan gaan zoeken.”
Even later schiet hij in de lach. “Misschien ben ik toch een perfectionist.”
Hij vertelt hoe hij vroeger verdienstelijk dwarsfluit speelde. Wilde naar het conservatorium, maar vond zichzelf niet goed genoeg. “Toen ben ik er mee gestopt. Je doet het goed of je doet het niet. Een keer in het half jaar haal ik dat ding uit een doosje. Na een half uur blazen weet ik weer dat ik de goede keuze heb gemaakt. “
Het verhaal van David en Goliath
Ed de Vlam mag tevreden terugblikken, aan achterover leunen doet hij niet. Recent baarde hij ook buiten NOAB opzien door naar de Nederlandse Mededingings Autoriteit te stappen over accountantsverklaringen met beperkte zekerheid. Waarom?
“Ik streef naar een vrije markt. Je moet elkaar op eerlijke gronden beconcurreren. Niet door allerlei trucjes een stuk markt naar je toe proberen te trekken. Daar heb ik een pesthekel aan. Accountants hebben van oudsher een enorm netwerk en veel invloed in de politiek. Dat probeer ik af te kalven. Beperkte zekerheid is flauwekul. Maar niemand had het door. Dat heb ik doorgeprikt. Als we het niet halen bij de NMA, gaan we gewoon door. Het is onrecht. En aan onrecht heb ik altijd al een hekel gehad. Ik doe het voor mijn achterban. Of het zal lukken? De registeraccountants vormen een sterke lobby. Ze bezitten overal invloedrijke posities. Het is een beetje het verhaal van David en Goliath. Helaas ben ik David, maar als ik goed mik, moet het een keer te winnen zijn.”
Ed de Vlam haalt wel vaker de slinger tevoorschijn als hij het nodig acht. Bijvoorbeeld wanneer hij overhoop ligt met het bestuur. Dat was de afgelopen 12,5 jaar wel eens het geval. Hij legt uit: “Vaak wilde ik sneller dan het bestuur, of ik wilde het anders. Ik ben eigenwijs. De relatie met de voorzitter is altijd goed geweest. Dat is ook een voorwaarde voor je succes. Het bestuur is een moeilijker verhaal. Dat zijn zeven mensen. Met sommigen kun je minder goed door een deur. Er zijn wel eens momenten geweest dat we elkaar wilden wippen. Sommige bestuursleden waren het niet altijd eens met mijn bedrijfsvoering. Dan zeiden ze dat we op de eerste plaats een vereniging zijn die je moet besturen als een vereniging, zonder winstoogmerk en zonder een Ed de Vlam die rare fratsen uithaalt. Ik heb altijd benadrukt dat we een bedrijf zijn. Dat botste wel eens. Ik hou er niet van als mensen zonder goede argumenten op de rem gaan staan. Boekhouders zijn per definitie geen ondernemers. Ze hebben maar één product. Er zijn er maar heel weinig die een andere tak van dienstverlening erbij gaan doen. Ik zat vaak met bestuursleden aan tafel die hun eigen onderneming projecteerden op de organisatie. Dat is appels met peren vergelijken. Het laatste half jaar heeft er wel een kentering plaatsgevonden. We zitten op één lijn.”
“Harry was de diplomaat, Ingrid is de zakenvrouw”
“Het gebeurt ook onder druk van de markt. Onze nieuwe voorzitter Ingrid Krake-Rosink is zakelijker en commerciëler dan haar voorganger. Dat past in deze tijd. Harry van der Voet was een hele goede voorzitter om de boel bij elkaar te houden. Hij was diplomatiek. Dat was ook belangrijk om drie verenigingen met drie culturen samen te smeden. Harry was de perfecte man voor die tijd, Ingrid is de vrouw van deze tijd.”
Hij schetst hoe NOAB er over 12,5 jaar uit kan zien. Een grote onderneming met meer dan duizend aangesloten kantoren. Niet langer een vereniging, maar een miljoenenbedrijf dat een scala aan produkten aanbiedt, van computers tot kantoormeubels.
“Ik sluit niet uit dat het moment komt dat NOAB zichzelf kan opheffen als vereniging en belangenorganisatie. Als die accountantswetgeving rond is, dan kan het best zijn dat onze belangenbehartiging bijna niet meer nodig is en dat we verder gaan als commerciële service-organisatie. De NOAB is voor mij geen doel op zich.” ■
Bron: Activa magazine 2001
Het bericht “Ik ben veroordeeld tot boekhouders” verscheen eerst op NOAB.